Vooroordelen: het Gymnasium

En, waar zit jij op school? ‘Uhm, ik zit op het Gymnasium’. ‘Echt? Zo zie je er helemaal niet uit!’ – Een situatie die ik regelmatig meemaak. Ik zie er niet uit alsof ik naar het Gymnasium zou gaan, en ook van mijn klasgenoten hoor ik regelmatig dat ze deze situatie – onterecht – vaak tegenkomen.

Ik kan beter gewoon ‘het Gymnasium’zeggen in plaats van de naam van mijn school. Hier in de omgeving wordt namelijk voornamelijk gesproken over het Gymnasium, waar alle slimme mensen heen gaan.

Bovenstaande is trouwens helemaal niet waar. Het niveau van een school gaat niet over hoe slim iemand is, maar voornamelijk over de manier van leren. Zet mij op een VMBO neer, en ik verkloot alles, dat meen ik écht.

Zitten daar niet alleen maar autisten?

Ja, dit hoor ik regelmatig. En nee, er zitten niet alleen maar autisten. Ik begrijp het verband tussen gymnasia en autisme ook helemaal niet zo goed. Want: 70% van de mensen die gediagnosticeerd zijn met autisme, is zwakbegaafd. Bovendien hebben mensen met autisme vaak problemen met plannen en organiseren, en geloof me: het kan best zo zijn dat je qua intelligentie het gymnasium aankunt, maar motivatie, planning en organisatie is minstens zo belangrijk.

Homo’s dan?

Sprekend over mijn eigen school: natuurlijk zitten er homo’s, ook lesbi’s, en misschien inderdaad wat meer dan op andere middelbare scholen in de omgeving, maar dat lijkt me alleen maar goed. De enige logische verklaring die ik hiervoor kan bedenken, is dat onze school kleinschalig en daardoor heel persoonlijk is. Iedereen kent elkaar, en daardoor voelt iedereen zich snel thuis!

Stelletje Nerds!

Als ik naar school fiets, fiets ik langs de poort van het VMBO af, en ik heb dat jarenlang best eng gevonden. Om de poort staat meestal een groep jeugd, en ze zien aan de richting waarin ik fiets dat ik op het Gymnasium zit. Dan krijg ik wel eens stomme opmerkingen naar me toe geroepen (zoals bovenstaande). Ik heb ook van mede-klasgenoten gehoord dat ze vroeger op de basisschool een wandelende encyclopedie / wandelend woordenboek genoemd werden, nerd, stuudje. Ik vind het alleen maar fijn dat er een plek is waar niemand een ‘nerd’ genoemd wordt, voor het feit dat je je best doet en je doelen bereikt. En natuurlijk haalt niet iedereen tienen, geloof me, daar wordt het niveau op aangepast.

Ik ben ook helemaal niet zo slim, hoor. Ik begrijp vaak nog steeds niet dat ik ongeveer het hoogst haalbare niveau doe, omdat ik op de basisschool nooit de beste geweest ben, en ook de afgelopen vijf jaar heb ik niet allemaal geweldige cijfers gehaald. En nogmaals: het VWO gaat niet per se om moeilijkheidsgraad, wat het moeilijk maakt is dat je veel abstract moet denken en inzicht moet hebben in bepaalde situaties. Je moet het niet ‘kennen’ maar ‘kunnen’. Met alleen intelligentie ben je er nog lang niet. Abstract denkvermogen, inzicht, organisatie, planning, doorzettingsvermogen, motivatie en toekomstperspectief zijn allemaal dingen die van belang zijn om ervoor te zorgen dat iemand op het juiste niveau zit.

Over andere vooroordelen gesproken…

Ik haal niet alleen maar tienen, ook niet alleen maar voldoendes, ik vind huiswerk maken niet leuk, proefwerkweken ook niet, ik draag normaal gesproken geen bril, ik heb geen beugel, ik ben heel blij dat ik nu vakantie heb, ik weet niet altijd alles beter, ik heb niet altijd gelijk, ik ben meerdere keren uit de klas gestuurd, ben een aantal keer bij de coördinator moeten komen, en heb best wel wat strafwerk / straftaak gehad.